Al wie supportert voor progressie en sociale verworvenheden, kan alleen maar blij zijn met de verkiezing van Maduro. Dat de opvolger van Chavez maar nipt won, stemt echter tot nadenken. De uitdagingen om een volk te bevrijden van de manipulatieve tentakels van het kapitaal en zijn dirigenten blijven enorm. In Venezuela heeft men toch opnieuw voor een stap in de positieve richting gekozen. De oppositie kan dat moeilijk verkroppen. En werkt de keuze van het volk tegen. En niet met legale middelen...
De ‘nipte’ zege
Ook wij waren verrast toen we de uitslag hoorden. Zowat alle betrouwbare peilingen gaven enkele dagen voor de verkiezingen Maduro nog een voorsprong van tussen de 10 en 18%. En bij eerdere verkiezingen bleken die voorspellingen vrij betrouwbaar te zijn. Natuurlijk moeten we verheugd zijn dat het Bolivariaanse socialistische proces verder gezet kan worden. Langs de andere kant is het kleine verschil een duidelijke waarschuwing, die ons aan het denken moet zetten. Er heerst dus een dubbel gevoel: vreugde vanwege de overwinning maar onzekerheid vanwege het kleine verschil.
Natuurlijk legde de Westerse media de nadruk op het woord ‘nipt’. Sommige kranten meenden zelfs te weten dat de volgende keer de socialisten niet meer zouden winnen. Diezelfde media gebruikten het woord ‘nipt’ meer zorgvuldig, of helemaal niet, toen George Bush Jr. in 2000 verkozen werd met minder stemmen dan zijn rivaal, en er een sterk vermoeden van fraude was, wat echter nooit onderzocht werd.
We zochten enkele cijfers op: het procentueel aandeel van het totale electoraat dat voor de winnaar stemde. Maduro: 40% (2013), Thatcher: 33% (1979), Blair: 31% (1997), Obama: 30% (2008), Cameron: 23% (2010). De berichtgeving over Maduro verschilt toch sterk van deze over de anderen, die meteen als ‘rechtmatige’ winnaar bestempeld werden, hoewel ze een veel kleiner percentage van het volk achter zich hadden staan.
“FRAUDE!”
Tot op heden erkende Capriles de resultaten van de verkiezingen niet. Dat is trouwens geen verrassing: hij had voordien al aangekondigd dat hij dat niet van plan was. Hij eist nu dat alle stemmen één voor één nageteld worden. Toen hij zopas nog de gouverneursverkiezingen in zijn deelstaat Miranda met een zeer klein verschil won, twijfelde hij echter niet aan de resultaten. Ook klaagde de oppositie enkele jaren geleden niet toen ze een referendum tegen een aanpassing van de grondwet met een zeer klein verschil won. Bovendien gebruikte diezelfde oppositie dezelfde apparatuur van de CNE (de kiescommissie) voor haar eigen interne kandidaatsverkiezingen.
Maar nu zou die apparatuur niet betrouwbaar zijn. Ook werden er vervalste foto’s gebruikt die de “fraude” zouden moeten bewijzen, en de imperialistische media namen die graag over. De foto’s tonen de vernietiging van kiesbiljetten, die als back-up dienen voor de volledig automatische en elektronische stemming. Ondertussen is gebleken dat een deel van de foto’s uit oude archieven komt. Ze tonen de wettelijke vernietiging van kiesmateriaal na vorige verkiezingen. Andere foto’s werden vervalst. De bewijzen zijn er ondertussen en de daders werden opgepakt.
Het woord fraude gebruiken ze dus te pas en te onpas, wanneer het hen best uitkomt, en ze negeren hierbij de democratische wil van het volk. Internationale waarnemers verklaarden dat de verkiezingen correct en transparant verlopen zijn. Jimmy Carter, ex-president van de VS, verklaarde vorig jaar nog de het Venezolaanse kiessysteem het beste ter wereld is (http://youtu.be/l9Dmt2_QioI). Het Centrum Carter trad wereldwijd al als waarnemer op bij meer dan negentig verkiezingen.
Zowat alle democratische landen erkenden de resultaten. Dé uitzondering was natuurlijk de Verenigde Staten, die het democratisch proces in Venezuela nooit zullen erkennen, om de wel bekende redenen. Capriles en zijn trawanten nemen ook hier duidelijk een loopje met de democratische waarden.
Destabilisatie
Capriles weet dat hij geen enkele kans maakt om de verkiezingen op een wettelijke en eerlijke manier te winnen. Daarom worden alle illegale middelen aangewend om toch maar het doel te bereiken, vaak gefinancierd vanuit de Verenigde Staten. Zo is er de infiltratie van contrarevolutionaire elementen in politieke kringen en zelfs in het leger.
Ook dood en verderf wordt niet geschuwd. Zopas nog werden huurlingen uit El Salvador en Colombia opgepakt. Ze waren in het bezit van wapens, explosieven en zelfs uniformen van het Venezolaanse leger.
Dan is er ook nog de economische sabotage, waarbij deze keer vooral het elektriciteitsnetwerk geviseerd werd. Het was zeer opvallend dat, sinds december Chávez opnieuw naar Cuba moest voor een operatie, het aantal stroompannes beduidend steeg. Na Chávez’ dood, toen het zeker was dat er nieuwe verkiezingen moesten komen, steeg het aantal pannes nog meer.
Een duidelijke aanwijzing dat de problemen niet te wijten waren aan het systeem, maar moedwillig veroorzaakt werden. Tijdens de campagne van Maduro was het ook ‘merkwaardig’ dat de elektriciteit uitviel in delen van de steden waar hij sprak, en dat de problemen na zijn vertrek op wonderbaarlijke manier verdwenen. Dit alles opdat de bevolking de regering de schuld zou geven van de pannes. Ondertussen zijn er bewijzen van sabotage en zijn er verschillende daders opgepakt.
En dan is er nog de schaarste van voedingswaren en andere producten die moedwillig veroorzaakt wordt door privébedrijven, die van nature uit aanhangers zijn van Capriles. Het is een tactiek die ze al jaren toepassen: het illegaal opslaan van goederen zodat ze niet in de winkelrekken verschijnen. Opnieuw met als doel dat de bevolking de regering de schuld zou geven. Ondanks de inspanningen van de regering om deze praktijken op te sporen – er werden duizenden tonnen illegaal opgeslagen voedsel ontdekt – bereikte de schaarste toch nog een hoogtepunt enkele dagen voor de verkiezingen.
Hoewel haar tactieken bekend zijn, slaagt de oppositie er toch nog in er munt uit te slaan. We hadden na de verkiezingen verschillende contacten, zowel telefonisch als via de sociale media, met mensen die in Venezuela wonen en kwamen tot de conclusie dat één van de belangrijkste oorzaken van de tegenvallende resultaten de schaarste aan producten is. Velen trappen in de val en beseffen niet dat de schuld gezocht moet worden bij de oppositie. Ze gaan ervan uit dat de schuld bij de regering ligt en besluiten dan uiteindelijk maar om voor Capriles te stemmen.
We waren minstens even verrast toen we te horen kregen dat sommigen niet voor Maduro stemden omdat hij Chávez niet is. Hier speelt dus ook een duidelijk gebrek aan inzicht dat het project belangrijker moet zijn dan de persoon.
Gevaar voor een nieuwe staatsgreep!
Ook na de verkiezingen bleef de oppositie niet bij de pakken zitten. Ze pasten dezelfde tactieken toe als tijdens de staatsgreep van 2002 om via geweld en terreur toch nog hun slag thuis te halen. In plaats van via wettelijke weg een klacht in te dienen bij de kiescommissie (CNE) stuurde Capriles zijn aanhangers de straat op. Ze staken 18 medische centra, 3 supermarkten van de staat en kantoren van de socialistische partij in brand. Cubaanse dokters werden gegijzeld en bedreigd. Ze vielen ook het huis van de voorzitster van de CNE aan en kantoren van de staatstelevisie en van Telesur. Over heel het land werden kantoren van de CNE belaagd door een dolgedraaide menigte, gewapend met stenen en flessen. Het doet allemaal sterk denken aan de staatsgreep van 2002: verwarring en terreur zaaien en de regering de schuld geven om een staatsgreep te “rechtvaardigen”.
Hoe moet het nu verder?
De tegenvallende resultaten zijn een ernstige waarschuwing, er moet nu ingegrepen worden.
De regering moet nu strenger gaan optreden tegen de misbruiken: corruptie (ook binnen de eigen besturen op alle niveaus), sabotage, bureaucratie. Er moeten zware straffen uitgesproken worden. Dit moet met de hulp van het volk, via effectieve volkscontroles en de melding van wanpraktijken.
Gelukkig is met dit doel zopas nog een nieuw project van start gegaan (Micro Misiones). Ook moet er nog meer werk gemaakt worden van de bestrijding van de criminaliteit. Hoewel die ontstond en een explosieve groei kende in de jaren negentig van de vorige eeuw, toen de oppositie het voor het zeggen had. Bovendien zijn de cijfers in Miranda – waar Capriles gouverneur is – de hoogste van het land.
En dan het allerbelangrijkste: de privébedrijven die tegenwerken – zowat allemaal dus – moeten nu versneld onteigend en genationaliseerd worden. Men mag de banken, voedselproducenten en -distributeurs, de sleutelsectoren van de industrie en de grootgrondbezitters de kans niet geven het land verder te ontwrichten. En dat kan enkel als deze sectoren publiek bezit worden, onder democratische controle.
Maar ook vorming moet een deel van de oplossing zijn. We hebben de laatste jaren kunnen vaststellen – ook ter plaatse – dat het politieke bewustzijn van het Venezolaanse volk en de bereidheid om de Revolutie te verdedigen enorm gestegen zijn. Toch is dit nog voor verbetering vatbaar. We zien hier een mogelijkheid om vanuit de volkscomités aan vorming te doen, zodat de mensen niet meer om de verkeerde redenen hun kiesgedrag veranderen. Dat ze beseffen wat de echte bedoelingen van Capriles zijn, hoewel hij zich anders voordoet, dat hij helemaal niet voor vooruitgang staat, integendeel zelfs.
Solidair 18 april 2013 15:40