Na de Venezolaanse presidentsverkiezingen van 14 april, waarbij Chávez’ kandidaat Nicolás Maduro het nipt haalde van Henrique Capriles, ontketende rechts een golf van terreur om de regering met geweld omver te werpen.
Vanaf 15 april vielen overal in het land extreemrechtse groepen – met daarbij ook paramilitaire benden uit de aan Colombia grenzende staat Tachira – aanhangers van de regering en overheidsgebouwen aan. Bijzonder doelwit van deze fascistische aanslagen: de meer dan 500 Centra voor Integrale Diagnose. Dat zijn kleine kliniekjes die met hulp van Cubaanse artsen gratis geneeskunde bieden aan meer dan 20 miljoen Venezolanen. Bij dit geweld vielen minstens 8 doden en meer dan 100 gewonden. Er was ook grote materiële schade. Het antwoord van het volk was een spontane massamobilisatie, en in minder dan 24 uur konden de mensen, samen met het leger, de terreur een halt toeroepen.
Een zwaartepunt van de contrarevolutionaire acties was de staat Barinas, de geboortestreek van de op 5 maart overleden Venezolaanse president Hugo Chávez, en daarom een strategisch doelwit voor de pogingen tot destabilisatie. Gouverneur is er Adán Chávez, de broer van. Hij gaf een exclusief interview aan Junge Welt en enkele lokale media. Adán Chávez is ervan overtuigd dat de oppositie “dit draaiboek van geweld, gelijkaardig als bij de putsch van 2002, al lang voor de verkiezingen had opgesteld. Ook de actoren zijn dezelfden als toen: “Hun doelstellingen zijn identiek. Ze willen een burgeroorlog uitlokken en de mensen tegen elkaar opzetten, om dan te kunnen zeggen dat een buitenlandse interventie nodig is om de situatie onder controle te krijgen.”
“De eerlijke mensen die voor de oppositie gestemd hebben, moeten zich nu bezinnen over waar die voor staat: politieke vervolging, moord, brandstichting van gezondheidscentra en van partijlokalen van links. Zij vertegenwoordigen het fascisme, en willen alles wat ruikt naar Chávez van de kaart vegen, dat is alles wat ten dienste is van het volk”, vervolgt Adán Chávez. Het is ook nodig om “verder te onderzoeken wat er is misgelopen, en alleszins een fase van aanpassing en heroriëntatie te beginnen, zodat we kunnen vaststellen waar we gefaald hebben”.
Zo is er tijdens de kiescampagne sabotage geweest aan de stroomvoorziening en aan de economie, door “geïnfiltreerden in het staatsapparaat” en door groepen “die nog altijd over een grote economische macht beschikken”. “Dat heeft ertoe geleid dat het weifelende deel van de bevolking bij het uitbrengen van zijn stem naar het kamp van Capriles is overgeheld. Die heeft het volk ook een rad voor de ogen gedraaid door zich, op advies van zijn gringo-raadgevers, als Chávez te verkleden. Hij nam zijn discours over, gebruikte zijn symbolen en beweerde dat zijn plannen dezelfde waren als die van Chávez. Er zijn mensen die daarin zijn gelopen, maar dat zijn daarom nog geen verloren stemmen. Het zijn kiezers die we kunnen terugwinnen, nu zij het geweld gezien hebben. Maar als Capriles zou gewonnen hebben, zou er hier een burgeroorlog zijn uitgebroken”, waarschuwde Adán Chávez nog.
Het chavisme heeft bewezen op zo'n 7,5 miljoen ‘harde’ stemmen te kunnen rekenen. “Wij wonnen in 71% van de gemeenten, en dat is een goed teken voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. En waar we verloren, was dat telkens met miniem verschil”, zegt de broer van de overleden president Hugo Chávez nog.
Op 15 april werden in zijn geboortestaat Barinas leiders van het chavisme omsingeld en belegerd in hun huizen. Door brandstichting werden twee gezondheidscentra gedeeltelijk onbruikbaar gemaakt. Cubaanse artsen en culturele werkers van de missies Barrio Adentro en Cultura Corazón Adentro werden bedreigd. Uiteindelijk werden in Barinas 60 mensen opgepakt, waarvan er meer dan 40 een paar dagen nadien alweer vrijkwamen. Twee personen, die gesnapt werden met explosieven, bevinden zich nog in hechtenis.
“We hebben de putsch kunnen stoppen”, vervolgt Chávez. “Ons volk is op heel gedisciplineerde manier de straat opgegaan, met liefde voor zijn vaderland, vreedzaam, zonder geweld. Als gouverneur en als lid van de politieke leiding van de Revolutie zeg ik in volle bewustzijn dat wij erop voorbereid zijn om elke poging tot destabilisering door het fascisme de kop in te drukken. Maar we mogen onze aandacht niet laten verslappen, want zij zullen verdergaan met hun antidemocratische avonturen.”
Adán Chávez wijst erop dat de oppositie, ondanks de straatprotesten en het geweld, geen gerechtelijke stappen heeft ondernomen tegen het resultaat van de verkiezingen van 14 april. “Zij hebben de verkiezingen niet voor de rechtbank aangevochten. Maar kijk eens wat een chaos ze hebben gecreëerd. Aan ons nu om verder te werken aan de verdieping van de Revolutie, aan het versnellen van de veranderingen. Het klopt dat er inflitranten zijn in onze instellingen. Het is nodig om voor eens en voor goed de oude staat van de bourgeoisie af te breken, om plaats te maken voor een nieuwe socialistische en gemeenschappelijke staat. We moeten een einde maken aan de bureaucratie en de corruptie.”
Vicepresident Arreaza: “De regering van de straat”
Na de nipte verkiezingsoverwinning van Nicolás Maduro wil zijn ploeg met een “regering van de straat” beginnen en heel het land rondreizen. “Het is niet de bedoeling om op een podium te gaan staan of voor een lokale zender te gaan spreken en dan te zeggen dat we in die stad zijn geweest. Het komt erop aan om het volk te ontmoeten”, verduidelijkte vicepresident Jorge Arreaza op de Venezolaanse openbare omroep.
Arreaza zei verder dat de nieuwe regering “de logica van het kapitaal wil vervangen door de logica van de arbeid en de democratisering van de eigendom, de wetenschap en de technologie”. Voor de strijd tegen de criminaliteit moeten de veiligheidsdiensten worden versterkt, maar het gaat evenzeer om een maatschappelijke dialoog om de oorzaken van de misdaad te bekampen: armoede, verwaarloosde woningen en een falende stadsplanning. Als verder prioritair thema noemde de vicepresident de problemen in de stroomvoorziening. Ook daar gaat het om een tweesporenbeleid: maatregelen nemen tegen de sabotage door een deel van de leiding van het staatsenergiebedrijf Corpoelec, en een campagne voor bewuster stroomverbruik. (uit Junge Welt, 22 april)
Na de nipte verkiezingsoverwinning van Nicolás Maduro wil zijn ploeg met een “regering van de straat” beginnen en heel het land rondreizen. “Het is niet de bedoeling om op een podium te gaan staan of voor een lokale zender te gaan spreken en dan te zeggen dat we in die stad zijn geweest. Het komt erop aan om het volk te ontmoeten”, verduidelijkte vicepresident Jorge Arreaza op de Venezolaanse openbare omroep.
Arreaza zei verder dat de nieuwe regering “de logica van het kapitaal wil vervangen door de logica van de arbeid en de democratisering van de eigendom, de wetenschap en de technologie”. Voor de strijd tegen de criminaliteit moeten de veiligheidsdiensten worden versterkt, maar het gaat evenzeer om een maatschappelijke dialoog om de oorzaken van de misdaad te bekampen: armoede, verwaarloosde woningen en een falende stadsplanning. Als verder prioritair thema noemde de vicepresident de problemen in de stroomvoorziening. Ook daar gaat het om een tweesporenbeleid: maatregelen nemen tegen de sabotage door een deel van de leiding van het staatsenergiebedrijf Corpoelec, en een campagne voor bewuster stroomverbruik. (uit Junge Welt, 22 april)