11 jul 2009

Latijns-Amerika verkiest samenwerking boven competitie

Manuel Zelaya, die door de staatsgreep van 28 juni in Honduras afgezet werd, behoudt de steun van de landen van de ALBA, een groeiende regionale alliantie. Bernard Duterme, directeur van het CETRI[i], legt uit waarom.
Jean Pestieau

Wat is er vernieuwend aan de ALBA vergeleken met andere regionale verenigingen in Latijns-Amerika?

Bernard Duterme. De ALBA is een belangrijke en radicale vernieuwing. ALBA staat sinds de laatste top in Venezuela van eind juni 2009 voor “Bolivariaanse alliantie voor de volkeren van ons Amerika”. Die nieuwe naam houdt op zich al sociale en geopolitieke ambities in die fundamenteel verschillen van reeds bestaande initiatieven, zoals Mercosur. Die hebben een meer economisch profiel, dat in het verlengde ligt van de overheersende wereldeconomische tendensen van de vrije handel.

Hugo Chávez, president van Venezuela en medeoprichter en belangrijkste promotor van de ALBA, stelde dat de alliantie nu geen theoretisch alternatief meer is, maar een politiek machtsplatform. Ze beoogt een origineel model voor politieke, sociale en economische integratie, dat vanzelfsprekend niet onderworpen is aan de Verenigde Staten, maar eerder de samenwerking tussen de staten bevordert dan de onderlinge competitie. Dat is haar kracht, maar ook haar zwakte.

Een aantal sceptische waarnemers vinden de ALBA te gepolitiseerd. Zij stellen dat alles teveel afhangt van de politieke kleur van de partijen, en vooral van de machtshebbers in de lidstaten. Ze twijfelen eraan dat het initiatief een onomkeerbaar proces is dat electorale veranderingen zal overleven.

Wat betekent de ALBA voor Honduras?

Bernard Duterme. Voor Honduras is de ALBA op de eerste plaats een economische opportuniteit. Omdat de Verenigde Staten en het Internationaal Monetair Fonds hem een beetje aan zijn lot overlieten heeft de liberaalconservatieve president Manuel Zelaya zich nogal snel gericht tot Venezuela. Dit tot grote verbijstering van de Hondurese elite die hem aan de macht bracht. Eerst trad hij toe tot Petrocaribe (een ander initiatief van Chávez waarmee landen uit de regio de petroleumprijs in de hand kunnen houden, n.v.d.r.). Daarna werd hij lid van de ALBA aan de zijde van landen met een duidelijker eigen socialistisch profiel zoals Cuba, Bolivia, Nicaragua en sinds juni ook het Ecuador van Rafael Correa. Ook op nationaal vlak heeft Zelaya gestalte gegeven aan een zwenking naar links. Hij nam een reeks sociale en economische initiatieven om bijvoorbeeld de Hondurezen een minimumloon te garanderen of om het monopolie van de farmaceutische multinationals te breken.

Welke sociale krachten zijn er in Honduras?

Bernard Duterme. In de grond blijft de sociale structuur van Honduras een van de meest karikaturale van de streek. De macht en de privileges van de oligarchie zijn er nooit echt in vraag gesteld. In dat opzicht beantwoordt Honduras nog steeds aan zijn imago van “bananenrepubliek” en van “achtertuin van de Verenigde Staten”. 70 % van de bevolking leeft onder de armoededrempel of in extreme armoede, en meer dan 40 % van het nationaal inkomen komt voort uit de remesas (geld, n.v.d.r.) die de emigranten, die hoofdzakelijk in de VS wonen, opsturen. Naar verluidt zijn die met meer dan een miljoen op een nationale bevolking van minder dan acht miljoen.

Twee traditionele partijen delen de politieke macht, maar het leger speelt een bepalende de rol. Dat geldt ook voor de grote media, die ten dienste staan van een vorm van sociaal conservatisme en van het liberaal consumptiegedrag, zoals nagenoeg overal in Latijns-Amerika. Verder zijn er de civiele maatschappij en de sociale organisaties, onder meer van de boeren. Zij zijn het die op straat kwamen voor de terugkeer van Zelaya en die nu het slachtoffer zijn van zware repressie.

Waarom was er een staatsgreep in Honduras? Is het land de “zwakke schakel” van de ALBA?

Bernard Duterme. De officiële versie van de plegers van de staatgreep is dat de coup “een gevolg is van de illegale daden van een president die herverkozen wil worden”. Maar de staatsgreep is eerder een gevolg van een verkrampte en in paniek geraakte elite die de vooruitgang van het “chavisme” in Midden-Amerika en in het bijzonder in Honduras wil tegenhouden. In tegenstelling tot wat gezegd en in den treuren herhaald wordt, had dat betwiste referendum – dat het voorwendsel was voor de putschisten om in actie te komen – enkel tot doel de mening van de Hondurese bevolking te vragen. De vraag van het referendum was: “Vindt u het goed dat er bij de algemene verkiezingen van november 2009 (waar Zelaya sowieso niet als kandidaat aan kan deelnemen, n.v.d.r.) ook kan gestemd worden over de oprichting van een nationale grondwettelijke vergadering die een nieuwe politieke grondwet opstelt?” Die vergadering zou dan op termijn de zeer conservatieve Grondwet van Honduras moeten hervormen, en een van die mogelijke hervormingen zou kunnen zijn dat men een ex-president de mogelijkheid geeft een tweede maal kandidaat te zijn.

Welke rol spelen de Verenigde Staten bij die staatsgreep?

Bernard Duterme. Dat is op dit ogenblik moeilijk uit te maken. Van één zaak mag je echter uitgaan: als je weet hoe afhankelijk de Hondurese politieke scène is van de VS en hoe groot de militaire aanwezigheid van de VS in het land is, dan kun je je maar moeilijk voorstellen dat die staatsgreep kon plaatsvinden zonder de goedkeuring, de hulp of de welwillendheid van sommige delen van de Amerikaanse regering. Die deelt met de putschisten immers de afkeer voor het “chavisme” en de linkse latinoregeringen. Maar om daarom te stellen dat president Obama de staatsgreep plande, zou maar al te belachelijk zijn. Hoe dan ook kun je die enigszins ontwijkende toon van zijn “veroordeling” van de staatsgreep alleen maar betreuren. Zeker in vergelijking met de duidelijke termen die de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Europese Unie gebruikten.

Op welke van de vele landen die de staatsgreep veroordeelden kan de bevolking van Honduras werkelijk rekenen en wat is in die context de rol van de ALBA?

Bernard Duterme. Ik kan me geen staatsgreep in Latijns-Amerika herinneren – en er waren er heel wat – die zo snel en quasi unaniem veroordeeld werd. Indien de veroordeling enkel van de ALBA zou gekomen zijn, dan was ik niet echt optimistisch geweest voor de kansen op een onmiddellijke terugkeer van president Zelaya in zijn ambt. Maar als iedereen die de coup veroordeelde de daad bij het woord voegt, hoe zouden de “nieuwe” Hondurese autoriteiten dan kunnen volharden in de onderdrukking van het intern protest?



[i] Bernard Duterme is directeur van het CETRI, (Tricontinentaal Centrum, www.cetri.be). Als specialist van de volkeren van Latijns-Amerika verbleef hij eind juni in Venezuela als jurylid van de Prijs Libertador van het Kritisch denken.