DE Volkskrant. Cees Zoon
Gepubliceerd op 24 juli 2009 20:54, bijgewerkt op 24 juli 2009 23:10
MEXICO-STAD - Oud-president Manuel Zelaya van Honduras is vrijdagmiddag plaatselijke tijd gearriveerd bij de grens tussen Nicaragua en Honduras. De huidige Hondurese machthebbers hadden laten weten hem te arresteren zodra hij het land zou binnenkomen.
Hij kwam aan in een witte jeep. Omringd door pers en aanhangers belde hij pontificaal met het het Amerikaanse televisiestation CNN, dat in eerste instantie abusievelijk berichtte dat hij de grens al was overgestoken.
Zelaya zetten symbolisch één voet op Hondurese bodem, maar bleef verder gewoon in Nicaragua, uit kennelijke vrees te worden gearresteerd..
Ook de legerleider van Honduras is aan de Hondurese zijde van de grens. Hij heeft Zelaya laten weten dat hij de veiligheid van de oud-president niet kan garanderen.
Vanuit Managua, de hoofdstad van Nicaragua, had Zelaya donderdag zijn aanhangers al opgeroepen massaal naar de grensovergangen te komen om hem daar op te wachten. Interim-president Roberto Micheletti, die een maand geleden aan de macht kwam na een militaire staatsgreep, reageerde met het instellen van de avondklok in het hele grensgebied en stuurde vrijdag leger en politie naar de grensovergangen.
Micheletti riep Zelaya op zijn plan op te geven omdat dit tot bloedvergieten zou leiden.
Zelaya besloot niet langer te wachten nadat een laatste bemiddelingspoging van de Costa Ricaanse president Arias was mislukt. Het compromis van Arias behelsde de vorming van een coalitieregering geleid door Zelaya, maar dat werd door Micheletti onbespreekbaar genoemd. De internationale gemeenschap eist vrijwel eensgezind het herstel van de afgezette president in zijn functie.
Het nieuwe bewind blijft volhouden dat de staatsgreep in feite een ‘constitutionele opvolging’ was. Micheletti heeft herhaald dat Zelaya zal worden onmiddellijk gearresteerd zodra hij voet zet in Honduras omdat hij wordt beschuldigd van ‘ten minste vijftien 15 misdrijven’. Maar hoewel er zelfs een internationaal arrestatiebevel tegen hem is uitgevaardigd mag Zelaya Honduras niet in. Twee weken geleden probeerde Zelaya hij met een vliegtuig in de hoofdstad Tegucigalpa te landen, maar militairen bezetten de landingsbaan om dit te verhinderen.
José Miguel Insulza, secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), meent dat de bemiddelingspoging in Costa Rica nog niet moet worden opgegeven. Insulza riep Micheletti op het ‘evenwichtige’ voorstel van Arias te accepteren. Hij waarschuwde dat de OAS geen enkele Hondurese regering zal erkennen die voortkomt uit de geprogrammeerde verkiezingen van november indien niet eerst Zelaya in zijn functie wordt hersteld.
Met het sluiten van de grens doet het bewind precies wat Zelaya’s de aanhangers van Zelaya willen: het land economisch isoleren. Vorige week blokkeerden zij de toegangswegen tot de grote steden en alle grensovergangen met Nicaragua, El Salvador en Guatemala, waardoor het internationale transport van en naar Honduras volledig kwam stil te liggen. De ‘economische blokkade’ zou een snelle manier zijn om de regering ten val te brengen.
Verwacht wordt dat de Verenigde Staten de hulp aan Honduras volledig zullen staken. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton heeft gezegd dat de steun ter waarde van 180 miljoen dollar wordt ingetrokken wanneer het overleg in Costa Rica mislukt.
De Europese Unie heeft inmiddels de begrotingssteun van 65 miljoen euro bevroren. Ze heeft en gedreigd dat wanneer de crisis voortduurt dat geld definitief komt te vervallen.
De onderhandelingen over een associatieverdrag van de Middenamerikaanse landen met de EU zijn opgeschort.
Honduras is een van de armste landen van Latijns Amerika met ruim zeventig procent van de bevolking onder de armoedegrens. Het land haalt meer dan de helft van zijn inkomsten uit buitenlandse hulp. De Wereldbank en de Interamerikaanse Ontwikkelingsbank hebben alle kredieten aan Honduras bevroren. Micheletti zegt dat zijn land een economische blokkade zeker zes maanden kan volhouden, maar geen enkele econoom bevestigt dit.