13 sept 2008

Europees Parlement weigert onbekwaamheden in Venezuela ter discussie te stellen

Het Europese Parlement weigerde over het thema van de administratieve onbekwaamheden van Venezuela te discussiëren omdat zij van mening is dat dit een interne aangelegenheid is die op geen enkele manier de mensenrechten schendt. Hiermee verwierp zij de petities van de Venezolaanse conservatieven die naar een spoedresolutie tegen Venezuela zochten.

‘Na haar mislukte poging er in het Parlement van MERCOSUR een veroordeling door te krijgen, is de Venezolaanse oppositie opnieuw gefaald in haar anti-Venezuela campagne. Het Europese Parlement heeft geen gehoor gegeven aan het spel van rechts’, bevestigde de Europese vice-minister van Buitenlandse Zaken, Alejandro Fleming, die onlangs een bezoek bracht aan het Europese Parlement.

Ondanks de enorme lobby in Brussel van de oppositieleiders Leopoldo López van Un Nuevo Tiempo en Juan José Molina van de Podemos Partij weigerde de Conferentie van de Voorzitters van het Europese Parlement het onderwerp van de administratieve onbekwaamheden in Venezuela op de agenda te zetten. De Conferentie stelt de belangrijkste onderwerpen van de Plenaire Zitting vast.

Fleming wees erop dat 'de oppositieleiders in Brussel op zoek waren naar de uitspraak waar ze in Montevideo vergeefs op hadden gehoopt. Daarom rekenden ze in Europa op de steun van rechts die pretendeerde haar criterium op te leggen om de oppositie in Venezuela gunstig te stemmen wat geheel in strijd is met de normale consensus van de politieke partijen bij spoedeisende onderwerpen. Maar helaas mislukte het geintje.’

Geëffend terrein

De strategie van de oppositie begon met de recente informele bezoeken van Milos Alcalay en Timoteo Zambrano aan het Europese Parlement. De bedoeling van deze bezoeken was het doordrijven van een inspectiebezoek aan en de invoering van een resolutie tegen Venezuela.

Naderhand verklaarde Leopoldo López aan de pers dat hij een bezoek zou brengen aan het Europese Parlement zodra de uitspraak van het Constitutionele Hooggerechtshof bekend was ter bekrachtiging van de grondwettelijkheid van artikel 105 van de Wet ‘Naleving van Wet en Regelgeving’ met betrekking tot de administratieve onbekwaamheden van corrumperende ambtenaren.

Leopoldo López kreeg een straf van drie jaar voor vriendjespolitiek toen hij de van de PDVSA ontvangen sponsorgelden met goedkeuring van zijn moeder aanwendde voor de financiering van zijn eigen politieke partij Primero Justicia. En dat terwijl hij in overheidsdienst was. Tevens werd hem een straf opgelegd van zes jaar voor het illegaal wegsluizen van begrotingsgelden van de Chacao-gemeente.

Onderbroken bezoek

Het door de internationale gemeenschap gefinancierde bezoek van Leopoldo López aan het Europese Parlement dat werd gesteund door de rechtse Europese Volkspartij, een groepering die nauwe banden onderhoudt met de ex-ambassadeur van Venezuela, Milos Alcalay, werd onderbroken door de beslissing van het Europese Parlement om Venezuela niet op te nemen in de lijst van spoedeisende onderwerpen.

De nauwe banden van Alcalay met de conservatieven in Europa dateren uit de jaren tachtig toen de sociaal-christelijke ex-ambassadeur op de Ambassade van Venezuela in Brussel werkzaam was. Zij bereikten hun hoogtepunt gedurende de aanstelling van de Euro-Latijnse Assemblee in november 2006 toen Alcalay uit het Europese Parlement werd gezet door de toenmalige voorzitter, de socialist Josep Borrell, nadat werd ontdekt dat hij had geprobeerd de identiteit van Venezolaanse afgevaardigden te usurperen. Borrell beschuldigde de Europese Volkspartij ervan Alcalay op een eigenaardige manier voor deze bijeenkomst te hebben uitgenodigd.

Een moeilijk te verdedigen argument

De conservatieven hebben een verpletterende meerderheid in het Europese Parlement. Een resolutie die de steun heeft van de Europese Volkspartij en van de Alliantie van Democraten en Liberalen is vrijwel onaanvechtbaar. Desalniettemin stuitten de Europese conservatieven dit keer op het probleem dat ze een administratieve sanctie moesten afwijzen die de strijd tegen de corruptie in Venezuela als belangrijkste doel had.

Ook hadden de Euroafgevaardigden hun electoraat moeten uitleggen hoe zij een redevoering kunnen houden tegen administratieve corruptie terwijl zij zelf uit politieke belangen wel partij kiezen voor corrupte Venezolanen.

Bron: Agencia Bolivariana de Noticias (ABN) / 4/9/08