De recente schending van het Venezolaanse luchtruim door Amerikaanse gevechtsvliegtuigen is opnieuw een bewijs van de escalerende provocaties tegen Venezuela en laat het gevaar zien van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in de regio.
Door Eva Golinger
Tijdens een live televisie-uitzending op de avond van 8 januari, maakte president Hugo Chávez bekend dat eerder die dag, om vijf voor één ’s middags, een Amerikaans militair vliegtuig van het type P3 van de luchtmachtbasis in het naburige Curaçao was vertrokken en het Venezolaanse luchtruim was binnengedrongen. Daar verbleef het gedurende 15 minuten.
Twee Venezolaanse F-16 vliegtuigen onderschepten het toestel en wilden het buiten Venezolaans grondgebied escorteren. Toen de F-16 vliegtuigen probeerden in contact te komen met de piloot van het Amerikaans toestel, vertrok het onmiddellijk richting het noorden, maar kwam later terug.
Chávez zei dat het toestel om zeven minuten over half twee opnieuw het Venezolaanse luchtruim weer binnen kwam en dit maal gedurende 19 minuten binnen het Venezolaanse luchtruim verbleef. De Venezolaanse F16s hebben toen het toestel onderschept en gedwongen het luchtruim te verlaten. Volgens Chávez hoefden er geen Sukhois te worden ingezet.
Het Pentagon heeft de schending van het luchtruim ontkend, maar het Venezolaanse leger heeft videobeelden en foto’s van het Amerikaanse toestel.
Enkele dagen eerder had de Venezolaanse vicepresident Ramón Carrizalez publiekelijk een eerdere schending van het Venezolaanse luchtruim, in mei 2009, door een Amerikaans toestel vanuit Curaçao veroordeeld. De Amerikaanse en Nederlandse regering ontkenden de ontkenden de overtreding, maar Carrizalez bleek over een opname van het gesprek tussen de Venezolaanse verkeerstoren en de Amerikaanse piloot te beschikken. De piloot identificeerde zich duidelijk als een Amerikaans militair vliegtuig, gestationeerd op de basis op Curaçao. Hij beweerde zich niet bewust te zijn van het binnendringen van het Venezolaanse luchtruim. Maar het toestel was niet slechts een grens overschreden die volgens sommigen moeilijk te visualiseren is, maar de piloot vloog boven een strategische Venezolaanse militaire basis op La Orchila, een klein eiland voor de noordkust van Venezuela, duidelijk goed binnen Venezolaans grondgebied. Dit was geen geïsoleerd incident.
Sinds 2008 heeft Washington de aanwezigheid van militaire en inlichtingendiensten op het kleine Nederlandse eiland Curaçao, waar zij sinds 1999 een ‘Forward Operating Location’ (FOL) heeft, opgevoerd. In de oorspronkelijke overeenkomst tussen Nederland en de VS is bepaald dat deze FOL op Curaçao gebruikt zal worden voor drugsbestrijdingoperaties. Maar sinds 11 september 2001 zijn de VS begonnen hun militaire installaties in de hele wereld te gebruiken voor bestrijding van "terroristische dreigingen" en bedreigingen tegen Amerikaanse belangen. In sommige gevallen, zoals op Curaçao en Aruba, werden de voorwaarden van de eerdere overeenkomst, die uitsluitend drugs bestrijdingsoperaties of humanitaire missies toestonden, geschonden.
Tegen 2006, werden vanuit Curaçao niet alleen drugsbestrijdingmissies door de Amerikaanse luchtmacht uitgevoerd, maar was er een duidelijke aanwezigheid van de Amerikaanse marine, het leger, speciale troepen en de CIA. Het Amerikaanse leger en de inlichtingendiensten hielden gezamenlijke oefeningen en operaties ter bestrijding van een "potentiële bedreiging in de regio". Terzelfder tijd probeerde de regering-Bush Venezuela als een sponsor van terrorisme te brandmerken, ondanks het ontbreken van enig bewijs van een dergelijke gevaarlijke beschuldiging.
De komst van Amerikaanse vliegdekschepen, oorlogsschepen, gevechtsvliegtuigen, Black Hawk helikopters, nucleaire onderzeeërs en duizenden troepen naar de wateren van Curaçao, om deel te nemen aan "gezamenlijke oefeningen", veroorzaakte grote onrust in de regio. De commandant van de USS Stout, een van de oorlogsschepen die in het voorjaar van 2006 in de haven van Willemstad lag, verklaarde aan de pers op Curaçao op 11 april 2006, "... we zijn de sterkste zeemacht in de wereld en de Verenigde Staten zullen haar vrienden in de regio in alle omstandigheden verdedigen." De commandant, Thomas K. Kiss, zei verder dat zijn machtige schip “een formidabele aanwezigheid vertegenwoordigt om de Amerikaanse belangen in de regio te verdedigen”.
Dat was in 2006. In 2008 werd de inzet verhoogd. De Bush-regering probeerde Venezuela formeel op de lijst van het terroristische staten te zetten, maar het Congres wees dat af vanwege de afhankelijkheid van Venezolaanse olie. Maar in juli 2008 werd de ‘Vierde Vloot’ gereactiveerd - na bijna 60 jaar - om "de Amerikaanse macht in de regio te tonen". In 2009 werd een militair akkoord tussen Colombia en Washington gesloten, waardoor het Pentagon de beschikking kreeg over zeven militaire bases en alle noodzakelijke civiele installaties op het Colombiaanse grondgebied.
In documenten van de Amerikaanse luchtmacht en begrotingsaanvragen om de militaire installaties te verbeteren, wordt als argument genoemd “de noodzakelijke strijd tegen de constante bedreiging door anti-Amerikaanse regeringen in de regio” en het uitvoeren van inlichtingen en spionagemissies, alsook de verbetering van de capaciteit van de Amerikaanse strijdkrachten om "Expeditionary Warfare" in de regio te kunnen uitvoeren.
In december 2009, heeft president Chávez bekend gemaakt dat een onbemand vliegtuig vanuit Colombia Venezuela was binnengedrongen.
In een publicatie van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken van 2006 worden de Nederlandse eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao als het "Derde Amerikaanse Front" ingedeeld, waarmee de Caribische koloniën als onderdeel beschouwd worden van de “geopolitieke grens van de Verenigde Staten". Als reactie op de groeiende Amerikaanse militaire aanwezigheid op Curaçao, zei een lokale journalist na een bezoek aan een van de Amerikaanse oorlogsschepen, "na het verlaten van het schip hadden we het gevoel dat we ineens nu heel belangrijk zijn ..."
LAIC