QUITO, 19 juni 2008 (IPS) - Het Ecuadoraanse leger werkt niet samen met Colombiaanse en Peruaanse eenheden in de strijd tegen de Colombiaanse rebellen van de FARC. Dat zegt de Ecuadoraanse president Rafael Correa. De Peruaanse legerchef Edwin Donayre had maandag beweerd van wel.
Volgens generaal Donayre coördineren het Peruaanse, het Colombiaanse en het Ecuadoraanse leger acties tegen de FARC, “onze gemeenschappelijke vijand”. “De legerchefs van Peru, Colombia en Ecuador zijn in Lima overeengekomen dat we gemeenschappelijke acties moeten ondernemen tegen de rebellen in Colombia.” Vorige week vond er op initiatief van het Peruaanse leger inderdaad in Lima een militair topoverleg plaats tussen de drie landen. “De bijeenkomst laat zien dat we onze geschilpunten achter ons kunnen laten,” zei Donayre.
De FARC zijn de voorbije weken veel van hun internationale steun kwijtgeraakt. De Venezolaanse president Hugo Chávez, die de groep waarschijnlijk jarenlang financieel steunde, riep hen op de wapens neer te leggen. Enkele dagen geleden sloot zijn Ecuadoranse ambtsgenoot Correa zich daarbij aan. “Hun strijd heeft geen zin meer, die is helemaal verwrongen”, liet hij weten. “Als Ernesto 'Che' Guevara nog leefde, zou hij het optreden van de FARC verwerpen”. Correa riep de Colombiaanse rebellen op al hun gevangenen vrij te laten en vredesonderhandelingen aan te vatten. De FARC houden waarschijnlijk een 700-tal politici, soldaten en burgers vast.
Maar Correa verklaarde gisteren tegenover IPS dat Ecuador vasthoudt aan zijn beleid om niet betrokken te raken bij het gewapend conflict in Colombia. Het Ecuadoraanse leger neemt het volgens de president op tegen alle gewapende groepen die het Ecuadoraanse grondgebied schenden, maar het coördineert die acties niet met andere landen.
Ook Fabián Varela, de chef van het gemeenschappelijk commando van het Ecuadoraanse leger, en viceminister van Defensie Miguel Carvajal, ontkennen dat er afspraken zijn tussen Ecuador, Colombia en Peru over de strijd tegen Colombiaanse rebellen.
Wel politiesamenwerking
De ordediensten van Ecuador en Peru hebben de voorbije jaren wel degelijk samengewerkt. In mei 2005 werden verscheidene vermoedelijke FARC-leden opgepakt die in een ziekenhuis in Quito verzorgd werden. Die actie werd mee mogelijk gemaakt door informatie die de Colombiaanse inlichtingendiensten ter beschikking hadden gesteld. De Ecuadoraanse minister Mauricio Gándara had in april 2005 al toegegeven dat de Ecuadoraanse politie acties tegen Colombiaanse rebellen coördineerde met de politie van Colombia en andere landen. Het was een bevestiging van sterke vermoedens die al waren gerezen bij de arrestatie van Ricardo Palmera, alias Simón Trinidad, een onderhandelaar van de FARC. Palmera werd in januari 2004 in Quito in de boeien geslagen.
Ook het Ecuadoraanse leger zou wel eens een betere verstandhouding kunnen hebben met de buren dan algemeen wordt aangenomen. In juli 2005 bracht de Colombiaanse zender Noticias Uno al eens een bericht over militaire samenwerking tussen Colombia en Ecuador in de strijd tegen de FARC. Dat nieuws werd bevestigd door de toenmalige Colombiaanse legerleider, Reinaldo Castellanos Trujillo. Die zei dat zijn medewerkers overlegden met hoge militairen uit Ecuador, en dat Ecuadoraanse soldaten aan de grens operaties uitvoerden om te verhinderen dat Colombiaanse rebellen hun toevlucht zochten op Ecuadoraans grondgebied. Volgens Noticias Uno patrouilleerden Colombiaanse en Ecuadoraanse eenheden samen.
Een hoge Ecuadoraanse regeringsmedewerker die niet met naam wil genoemd worden, zegt dat een stroming binnen het Ecuadoraanse leger aandringt op meer samenwerking in de strijd tegen de FARC. Dat zou het voorbije jaar geleid hebben tot meer gevangennamen en acties tegen rebellenkampen. De afgelopen vier jaar werden volgens het Ecuadoraanse leger 117 kampen met de grond gelijk gemaakt. Sinds januari 2007 waren dat er 47.
Officieel blijft Ecuador erbij dat het leger niet betrokken mag worden bij de oorlog in Colombia. In maart stonden Ecuador en Colombia overigens met getrokken messen tegenover elkaar. Op 1 maart bombardeerde Colombia een rebellenkamp op Ecuadoraanse bodem. Daarbij kwamen 26 mensen om, ook de nummer twee van de FARC, Raúl Reyes. Quito verbrak daarop de diplomatieke relaties met Bogotá en versterkte zijn troepen in het grensgebied.